Verhalen door Dick Stammes
Deze verhalen zijn medemogelijk gemaakt door Dick Stammes
Wilt u meer weten over Dick Stammes, bezoek zijn website door op de onderstaande link te klikken.

MOEDERDAG 2023.
Mijn moeder verongelukte in 2002.
Zij reed op de fiets en een auto reed haar aan.
Dood.
Ze werd 71 jaar en ze was kerngezond tot haar laatste dag
Ze was de liefste moeder van het heelal.
Wij hielden heel veel van elkaar.
Zij heeft alles voor mijn broer, zusjes en vader gedaan en alles van zichzelf gegeven.
En van ons ontvangen.
Wij waren haar grootste liefdes en zij de onze.
We hebben heel veel gelachen, gehuild, pijn gehad, we zijn bang geweest, boos geweest.
En we hebben enorm genoten van het volle leven met alles durrop en durran.
Ik mis mijn moeder niet.
Nooit.
Al 21 jaar niet.
Bedankt hiervoor, liefste Ma van de hele wereld.
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: Wraak!
Ik ren naar mijn slaapkamertje, sluit de deur, kruip onder de dekens, en denk hard:
‘Ze moeten op hun knieën bij me aankomen en smeken om vergeving en goed beseffen wat zij mij allemaal hebben aangedaan. Anders hoef ik ze nóóóit meer te zien!’
Dit soort gedachten had ik wel eens in mijn kindertijd als ik me even niet begrepen voelde.
Het meest rampzalige moment kwam altijd een paar minuutjes daarna, als mijn absolute wraaklust zomaar ineens ineenstortte en overging in vermoeidheid en verveling.
‘Shit, alwéér!’, dacht ik, ‘waarom toch?’
Als dan de geur van de gebakken boterkoek van mijn moeder het slaapkamertje binnenzwierde, verliet ik naarstig mijn veilige onderdekense haven op weg naar de welriekende boterkoekkeuken. Grote nederlaag!
De jihadist die ik destijds was had het niet makkelijk met zijn eigen gedachten.
Later, na beledigingen van Q of X, probeerde ik mijn kwetsingen ook wel eens te bezweren met een zin die ik eens van een minister had gehoord:
‘Ik heb mijn realiteit gelegd naast die van de heer Q, een persoon die ik zeer hoog aansla, maar ik herken me niet in het door hem geschetste beeld. Ik laat zijn insinuaties even aan zijn kant.’
Deze sluw bedachte houding was echter minstens zo vermoeiend als de
zelf-opsluit-scène in de slaapkamer.
Dan komt de dag dat ik op de Gazastrook een Israëlische moeder spreek.
De hoofden van haar twee vermoorde zonen zijn met keien in elkaar geslagen.
Ze zegt me:
’Na de moorden op mijn kinderen besloot ik voor liefde te kiezen en niet voor haat, omdat ik wilde dat de oorlog eindelijk zou stoppen. En omdat ik wist dat de vrede alleen in mijn eigen gedachten kon beginnen. Niet daarbuiten.’
Dit was het antwoord waar ik sinds mijn kindertijd naar op zoek was geweest.
En ik schaamde mij diep.
Schrijver: Dick Stammes
Poëzie: Een lentedag in Delft.
Vandaag zit het lijf roerloos
op de bagagedrager
achterop de stilstaande fiets
over het zadel
het hoofd stil van binnen
de rechtervoet op en neer
En ik kijk
Voor het café en naast het terras
spelen zes mannen
van zestig jaar zestiger jaren muziek
een broodje haring vult de mond
samen met een glas rosé
En ik luister
Rode zigeunerjurken zwieren zalig voorbij
en knipogen
naar het broodje haring met uitjes
naar de bagagedrager
naar het glas rosé
naar het lichaam over het zadel
En ik voel
De zon groet de wereld
de huid wordt bruin
problemen bestaan niet
hebben nooit bestaan
zullen nooit bestaan
Iedereen is gelukkig
En ik weet
Ik wéét!
Want vandaag
Vandáág!
Begrijpen wij alles
Álles!
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: De propere vriendin
Een propere vriendin komt op bezoek.
Dus spic en span ik van tevoren mijn woning glimmend en glanzend.
Voldaan van mezelf ontvang ik haar zorgeloos.
Die avond redeneert ze in ons diepe gesprek:
‘Ieder kind moet leren om goed voor zichzelf te zorgen, zodat het later zelfstandig kan functioneren.’
Ik knik instemmend.
Dan kijkt ze om zich heen en zegt:
‘Zo zou jij bijvoorbeeld je woning ook wel eens schoon kunnen maken.’
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: Bij de fietsenmaker
De fietsenmaker heeft de band geplakt.
Dus haal ik mijn fiets op.
De volgende dag is de band halfleeg.
Ik pomp hem op.
De dag erna is de band een beetje leeg.
Ik pomp hem weer op.
De dag daarna blijft de band hard.
En ook de volgende dagen.
Ik vraag de fietsenmaker: ‘Hoe kan zoiets?’
Hij: ‘Sommige banden moeten even wennen aan het plakken.’
Een toekijkende vrouw zegt: ‘Ja, ja, ze moeten zeker eerst een band opbouwen?’
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: De Rotterdamse stadsgids
Rotterdam
De gids wijst naar een wijk iets verderop en zegt: ‘Kijk, daar ligt Katendrecht. Rotterdammers noemen dit de Kaap. De wijk is helemaal opgeknapt.’
Mijn geheugen begint zich te roeren.
Ik zeg: ‘ Katendrecht. Was dat voorheen niet de hoerenbuurt?’
De gids schrikt en slaat een hand voor zijn mond.
‘Meneer! Dat zeggen we hier niet!
Dit heet hier: de horizontale dienstverlening.’
Gerustgesteld lopen we door over de Rijnhavenbrug richting Katendrecht
en hij zegt terloops:
‘Oh ja, deze brug heet de hoerenloper.’
Hij knipoogt.
En even zitten we weer op één lijn.
De Rotterdammer en de Delftenaar.
Den Haag
De volgende dag loop ik door den Haag waar een stadsgids mij wijst op een etalage.
Hier staat een karaf waar je Haags kraanwater in kunt doen.
De karaf heet: Eau Eau Den Haag.
Ut bestâet eg!
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: In de lift
Een oude vrouw met een opvallend levendig gelaat stapt in.
Aan haar gerimpelde hand een lege open tas op wieltjes.
Ik: ‘Zo, tijd voor de boodschappen?’
Zij ‘Ja. Ik heb er weer zó’n zin in!’
Ik: ‘Oh ja? Zin in boodschappen doen, dat hoor je niet vaak.’
Zij: ‘Het is het leukste wat er is. Bijvoorbeeld zo’n potje pakken, of fruit afwegen, of afrekenen. Héérlijk!’
Ik: ‘Dus u houdt van betalen?’
Zij: ‘Ja, ik geniet daarvan. Ik besef dan altijd weer dat ik het kán betalen.
Er zijn tijden geweest dat ik niets kon betalen. Helemaal niets. Jarenlang.
En iedere keer als ik bij de kassa sta en ik reken af, word ik zó blij.’
Ze straalt.
Dan stappen we uit en slaat zij af, richting supermarkt.
Ik kijk haar na.
Haar tred is niet oud, niet jong, niet stram, niet soepel.
Ze is tijdloos.
En onvernietigbaar.
Schrijver: Dick Stammes
Ontmoeting: De wandelaar
Hij:
Dag meneer, is dit de Kromme Steeg?
Ik:
Nee, dit is de Kromstraat.
Hij:
Is hier vlakbij het standbeeld van Hugo Claus?
Ik:
U bedoelt het standbeeld van Hugo de Groot?
Ja, dat is hier in de buurt.
Hij:
Dan moet ik aan het eind van deze steeg zeker rechtsaf?
Ik:
Nee, u moet aan het eind van deze straat linksaf.
Hij:
Ah, dank u.
Aan het eind van de straat draait hij zich nog even om, steekt blij zijn duim omhoog naar me.
En slaat rechtsaf.
Afijn.
Mijn goede daad voor vandaag zit er weer op.
Schrijver: Dick Stammes
Een Moment
Ik nageniet bij Moeke van mijn 3-eiïge uitsmijter vergezeld van gezond geperste jus d’orange. Hierna kauw ik knarsetandend het krantenwereldnieuws weg bij kopje koffie en koek.
Een moeder met zoontje van 9 jaar in trainingspak wandelen voor mij langs naar een tafeltje verder.
Al die tijd koestert het jongetje de voetbal die hij onder zijn arm geklemd houdt.
Het is ZIJN bal.
Ze gaan zitten en de jongen aait de bal langzaam in het rond over zijn schoot. De wereld om hem heen bestaat niet. De bal absorbeert ongeremd zijn volledige aandacht. Hij pakt teder de bal en streelt hem. Zijn gezicht en de bal naderen elkaar en zijn ogen bekijken de bal van alle kanten.
Dan kust hij voorzichtig en zachtjes de glimmend rood-witte bal.
Moeder kijkt op vanachter haar mobiel en zegt met ietwat luide stem :
‘Nou, doe die bal nou eens weg, we gaan wat lekkers bestellen.’
Oneindig nutteloze beschermingsdrang maakt zich van mij meester. Ik wend me naar de voetballer en vraag hem:
‘Heb je een nieuwe bal?’
Terwijl hij de bal zachtjes blijft aaien, kijkt hij terug en antwoordt dromerig fluisterend: ‘Jaaa…’
Hij doet de bal in de plastic zak op de grond en ik duik in mijn krant. Mijn opkomende eeuwenoude traan ziet hij gelukkig net niet.
Even later hoor ik moeder zeggen:
‘Ik moet vanmiddag de gordijnen nog wassen en we moeten niet vergeten krakelings mee te nemen voor Sophie.’
Zijn blik glijdt van de geopende plastic zak op de grond naar de overkant van de tafel en hij zegt met verontwaardigde stem:
‘Mbappé scoorde drie keer en twee keer werd hij afgekeurd voor buitenspel, terwijl dat helemaal niet zo was!’
Na het eten staan ze op.
Ze gaan krakelings kopen voor Sophie en ook moeten de gordijnen nog gewassen worden.